Commentaar 


1. Commentaar op de hele gang van zaken (tot uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden)

2. Commentaar op de uitspraak van het Gerechtshof

 

 

1. Commentaar op de hele gang van zaken (tot uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden)

Mag je iemand ontslaan vanwege het schrijven van een boek? 

‘Wanneer mag ik weer lesgeven?’ Het zou zomaar de titel van mijn volgende boek kunnen zijn, in vervolg op het boek ‘Wanneer krijgen we weer les?’ In dit boek geef ik een kijkje in de keuken van gepersonaliseerd onderwijs. Beschreven wordt hoe de omvangrijke onderwijsvernieuwing op mijn school werd ingevoerd. Klassikale lessen maakten plaats voor het zelfstandig behalen van doelen, docenten werden leercoaches, lokalen werden leerpleinen. 

 

Op 2 december 2019 werd ik geschorst op het ROC waar ik werkte, niet lang nadat mijn boek was verschenen. ‘Dat kan toch niet?’ reageerden veel mensen verontwaardigd op mijn schorsing. Helaas bleek het wel te kunnen, simpelweg omdat de CAO voor het middelbaar beroepsonderwijs alle ruimte biedt om medewerkers langdurig te schorsen. Kennelijk valt het lerarentekort reuze mee in deze sector, want bestuurders maken daar regelmatig gebruik van. En zo kon het gebeuren dat ik mijn werk als docent per direct moest neerleggen, inclusief de begeleiding van examenkandidaten die ik onder mijn hoede had. Nadat me dit was medegedeeld, moest ik onmiddellijk het schoolgebouw verlaten, zonder mijn persoonlijke spullen te mogen pakken uit de teamkamer. Ik was verbijsterd en voelde me als een crimineel behandeld.

 

Vlak voor de kerstvakantie kreeg ik te horen dat de oplossing voor het ROC nog slechts buiten de school lag. Daar snapte ik niets van, want wat had ik misdaan? Ik had niemand in elkaar gemept, geen laptops gejat en geen fraude met examens gepleegd. Ik had slechts een boek geschreven: op persoonlijke titel, zonder de naam van het ROC te noemen en met gefingeerde namen van collega’s en studenten. Artikel 7 van de Grondwet staat dat toe, evenals het schrijven van dit commentaar. Persvrijheid, als onderdeel van de vrijheid van meningsuiting, vinden we heel belangrijk in Nederland. Gelukkig maar! Er zitten weliswaar grenzen aan de vrijheid van meningsuiting, maar die kunnen uitsluitend door de wetgever worden gesteld. Zo mag je bijvoorbeeld geen discriminerende uitlatingen doen en mag er geen sprake zijn van smaad of laster. 

 

Iedereen die meende dat ik een grens had overschreden, had -binnen drie maanden na verschijning van het boek- aangifte tegen mij kunnen doen. Dat is niet gebeurd. Logisch, want geen van de wettelijk gestelde grenzen heb ik overschreden. Mijn toon is juist behoorlijk mild in het boek, menen verschillende recensenten. ‘Wie een schandaalboek verwacht, zal teleurgesteld zijn,’ schreef onderzoeker en blogger dr. Pedro De Bruyckere in zijn recensie. ‘Voor wie over onderwijs en onderwijsvernieuwing denkt, is het daarentegen wel degelijk een aanrader.’

 

Waarom maakt het ROC zich dan zo druk over mijn boek? De inhoud is hier en daar behoorlijk confronterend, dat kan ik niet ontkennen. Dat er flink wat haken en ogen zitten aan gepersonaliseerd onderwijs, komt duidelijk naar voren. En dat tientallen studenten studievertraging hebben opgelopen door de invoering van het nieuwe onderwijsconcept, is ook niet onvermeld gebleven. “Door vernieuwing en verandering blijf je bij de tijd,’ schreef Erik Ex van Didactief in zijn recensie. ‘Maar dit boek bewijst hoe dat tragisch kan misgaan.’ Als blootlegger van dit ‘misgaan’ lijk ik het nu te moeten ontgelden, terwijl juist de verantwoordelijken aangesproken hadden moeten worden. 

 

Collega’s uit het team zouden zich niet veilig voelen door het boek, zo luidde de boodschap van het ROC-bestuur, die zowel intern als extern werd uitgedragen. Deze boodschap kwam niet overeen met de vele positieve reacties die ik van collega’s kreeg en nog steeds krijg. Een groot deel van mijn team heeft het ROC-bestuur hierover een brief gestuurd. 'Wij herkennen ons niet in het beeld van een onveilige werksituatie, ontstaan door de publicatie van het boek van Paula van Manen,' aldus de achttien ondertekenaars van deze brief. 'Zij heeft zich de afgelopen jaren aan ons laten zien als een deskundige, betrokken collega die er echt voor de studenten is; ook als kritische collega die ons op de werkvloer scherp probeert te houden.' 

 

Keer op keer werden de schorsingen verlengd, waarbij ik werd weggezet als ‘persona non grata’. Tegen alle schorsingsbesluiten ben ik in beroep gegaan bij een landelijke geschillencommissie: de Commissie van beroep mbo. De eerste twee besluiten heb ik met succes aangevochten, waardoor ik de eerste paar maanden ten onrechte ben geschorst. Voor het derde besluit loopt een herzieningsverzoek (vanwege de inadequate behandeling van de zaak en de chaotisch verlopen digitale hoorzitting) en het vierde besluit is -in afwachting van het hoger beroep- nog niet behandeld. 

   

In het voorjaar van 2020 kreeg ik opnieuw te horen dat er voor mij geen weg terug meer is binnen de organisatie. Met tientallen opleidingsteams en diverse uitvoeringslocaties is het de vraag of hier sprake is van ‘niet kunnen’ of ‘niet willen’. En weer luidde de boodschap: je moet het ROC verlaten, linksom of rechtsom. Die weg was in de loop van 2019 ingeslagen en daar werd niet van afgeweken, zelfs al zou dat in het belang van het ROC beter zijn geweest. Maar men had zich erin vastgebeten en wenste niet meer los te laten. Barbertje moest hangen, koste wat het kost.

  

Op 4 mei 2020 besloot het bestuur van het ROC over te gaan tot ontbinding van mijn arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter. Het was niet moeilijk om te bedenken dat het ROC het op een verstoorde arbeidsrelatie zou gooien, wetende dat de kans dan groot is dat de rechter tot ontbinding overgaat; het is algemeen bekend dat je relatief makkelijk van je medewerkers afkomt als je het op een ‘verstoorde arbeidsrelatie’ gooit. Dat men zich kapot is geschrokken van wat ik beschrijf, het vernieuwde onderwijs minder succesvol blijkt te zijn dan werd verondersteld en er nu een zondebok nodig is in de organisatie, zou niet zo snel als reden worden aangevoerd. Maar ik wist wel beter! Lees m’n boek en oordeel zelf… 

 

Om de rechtszaak  te voorkomen wilde het ROC graag onderhandelen over een vertrekregeling, in de volksmond ook wel ‘oprotpremie’ genoemd. Het zal geen verrassing zijn dat ik daar niet op in ben gegaan. Dan had ik namelijk ingestemd met mijn vertrek, waarna ik met een flinke zak geld en een geheimhoudingsverklaring de school had verlaten. Maar ik besloot te vechten voor de vrijheid van meningsuiting, want ik vond het schandalig dat ik vanwege het schrijven van een boek eerst bijna het hele schooljaar werd geschorst en vervolgens ook nog eens werd ontslagen. En alhoewel ik me regelmatig onveilig voelde door de manier waarop ik door het ROC werd behandeld, bleef ik pal achter het boek staan dat ik had geschreven!

 

Op 8 september 2020 deed de kantonrechter uitspraak en werd mijn arbeidsovereenkomst ontbonden. In zijn uitspraak zegt de rechter eigenlijk niets over de vrijheid van meningsuiting en het recht om in vrijheid een boek te schrijven over mijn ervaringen met de invoering van een ingrijpende onderwijsvernieuwing. Hij kiest veel te makkelijk de uitweg van de verstoorde arbeidsrelatie.

Ik kon me niet vinden in deze uitspraak en ging in hoger beroep. Advocaat Wouter Pors (Bird & Bird), gespecialiseerd in onderwijsrecht, bleef me gelukkig bijstaan. Ik was heel blij met het goed doortimmerde verzoekschrift dat hij indiende bij het Gerechtshof en zag het hoger beroep met vertrouwen tegemoet...

 

De zitting vond plaats op woensdag 3 maart 2021 bij het Gerechtshof te Arnhem. Met mijn mondkap op (hoe toepasselijk!) liep ik het Paleis van Justitie binnen. 
Het ROC was met vier man sterk aanwezig: de voorzitter van het College van Bestuur, de onderwijsdirecteur, de manager HRM en hun advocaat. Maar daar liet ik me niet door uit het veld slaan, want ik had iets wat het ROC niet had, namelijk de beste onderwijsadvocaat van Nederland: Wouter Pors. En natuurlijk m'n boek, dat niet mocht ontbreken in de rechtszaal.

 

Last but not least wil ik opmerken dat ik er altijd trots op ben geweest dat we in Nederland vrijheid van meningsuiting hebben. Dergelijke grondrechten moeten we koesteren, omdat ze van onschatbare waarde zijn. 

Ontslagen worden vanwege het schrijven van een boek... Ik vind dat onacceptabel en on-Nederlands. Daarom ben ik blij dat meerdere rechters zich nu over deze zaak buigen. Persvrijheid, als onderdeel van de vrijheid van meningsuiting, is het waard om voor te vechten!


De uitspraak van het Gerechtshof wordt op 19 of 26 april 2021 verwacht. 

 

Paula van Manen

 

25-5-2020

Laatste update: 13-4-2021

 

 

2. Commentaar op de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Arbeidscontract ontbonden, handelwijze ROC 'ernstig verwijtbaar'

Op 19 april 2021 heeft Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in het hoger beroep. Doordat het Hof deze uitspraak als 'nieuws' heeft gepubliceerd op hun website (zie: persbericht rechtspraak) was er meteen veel aandacht van de media voor mijn zaak. Direct hingen er journalisten aan de lijn die mij en m'n advocaat (Wouter Pors) om een reactie vroegen. In allerijl heeft mijn advocaat een eerste korte reactie opgesteld, die luidt: 

"Het is teleurstellend dat het Hof de vrijheid van meningsuiting niet daadwerkelijk beschermt. Die wordt te makkelijk opzij geschoven met een redenering dat collega's zich gekwetst zouden voelen. Het wordt zo wel heel moeilijk om kritisch te schrijven over onderwijsvernieuwing in een concreet geval, terwijl dat wel mag. Ook de ontslagbescherming voor leden van de ondernemingsraden wordt te gemakkelijk gepasseerd. Het is nu aan de politiek om kritische leerkrachten beter te beschermen."

 

Blijft de vraag: mag je iemand ontslaan vanwege het schrijven van een boek? Gelezen de uitspraak van het Gerechtshof luidt het antwoord: ja, dat mag. Het Hof meent dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst is gerechtvaardigd en dat herstel van de arbeidsovereenkomst niet in de rede ligt.

 

In een land als Nederland had ik deze uitspraak niet verwacht, temeer daar ik de naam van het ROC niet heb genoemd in het boek en ook geen namen van studenten en collega's. Wat is de vrijheid van meningsuiting nu precies waard, gelezen deze uitspraak? En het wettelijke ontslagverbod voor OR-leden? Mijn OR-lidmaatschap is er bij herhaling bijgesleept door het ROC, o.a. door op te merken dat dit "strafverzwarend" zou zijn. Het Gerechtshof vindt dat kennelijk geoorloofd, maar deze uitspraak komt de ontslagbescherming van OR-leden beslist niet ten goede.

 

De principiële vraagstukken (de vrijheid van meningsuiting en het ontslagverbod van OR-leden) is het Hof helaas uit de weg gegaan; gekozen is voor de 'verstoorde arbeidsrelatie' als grondslag voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Een veilige weg, die relatief makkelijk te onderbouwen is. Eerlijk gezegd had ik wel wat meer moed van deze rechters verwacht!

 

Bepaalde uitspraken van het Hof vind ik opmerkelijk. Zo wordt me zwaar aangerekend dat ik bedrijfsgevoelige informatie openbaar heb gemaakt in mijn boek. Je schrikt je toch kapot als je zoiets leest? Blijkt het te gaan om het verlies van anderhalve ton die de betreffende opleiding van het ROC in 2018 heeft geleden, met verwijzing naar blz. 151 van mijn boek. Nu is het ROC een publieke instelling en de financiële jaarverslagen zijn gewoon openbaar. Zo bedrijfsgevoelig is deze informatie dus ook weer niet! Een ander voorbeeld: volgens het Hof zou ik via sociale media aandacht voor de kwestie hebben gevraagd. Bijzonder, want ik was helemaal niet actief op sociale media (In 2017 heb ik wel een twitteraccount aangemaakt om door te kunnen verwijzen naar mijn website, maar mijn allereerste tweet dateert van 4 oktober 2021, dus NA de uitspraak van het HOF). Wel heb ik op 23 mei 2020 een onschuldig stukje tekst ("Commentaar") op mijn website geplaatst, maar een website valt niet onder de definitie van 'sociale media'. En iets op je eigen website schrijven, wat is daar mis mee? Dat het ROC-bestuur diverse keren een eenzijdig bericht over deze kwestie heeft geplaatst op het intranet (bereik: ruim duizend medewerkers), daar las ik helaas niets over in de uitspraak. En dat het ROC-bestuur in februari 2020 uitgebreid de NRC te woord stond, terwijl ik me netjes onthield van commentaar, is ook onvermeld gebleven.

 

Dan komen we bij de opmerking van het Hof dat een substantieel deel van mijn collega's 'diep gekwetst' zou zijn door het boek. Vooropgesteld wil ik benadrukken dat een veel groter deel van het team een steunbetuiging heeft opgesteld, met verwijzing naar mijn commentaar (nr. 1). In de processtukken van het ROC trof ik inderdaad ook een handjevol negatief getinte verklaringen aan, die achter mijn rug om naar de directeur waren gestuurd (op zijn verzoek, gezien de e-mail van de directeur aan een aantal teamleden). Over deze afgetroggelde verklaringen zou ik -op mijn beurt- natuurlijk 'diep gekwetst' kunnen zijn, maar dat leidt alleen maar af van de hoofdzaak in deze kwestie, namelijk de vrijheid van meningsuiting. Aan dit belangrijke grondrecht zitten grenzen, die uitsluitend bij wet mogen worden bepaald. Daarom hadden niet de gevoelens van mijn collega's, maar deze wettelijk gestelde grenzen leidend moeten zijn bij de toetsing door het Hof.   

 

Uiteraard ben ik het van harte eens met het Hof dat het ROC een 'ernstig verwijt' valt te maken. Ik citeer uit de uitspraak: "Het verwijt is hierin gelegen dat ROC na de beroering die na het verschijnen van het boek is ontstaan, te prematuur naar de forse maatregel van schorsing van Van Manen heeft gegrepen, een maatregel die beschadigend voor Van Manen was en in feite elke andere oplossing dan beëindiging van de arbeidsovereenkomst in de weg stond." Dit ernstige verwijt leverde mij -naast de transitievergoeding- een billijke vergoeding op, die door de kantonrechter niet was toegekend. Een doekje voor het bloeden, maar ik had liever een betere uitspraak gehad.


In de Volkskrant van 24 april 2021 werd het effect van deze uitspraak treffend verwoord door de voorzitter van de Algemene Onderwijsbond. 'Hoe voer je voortaan nog een vrij debat over onderwijsvernieuwing, wanneer je als kritische docent moet vrezen voor je baan?' vroeg Tamar van Gelder zich hardop af. 'Kan voortaan iedereen een mening hebben over onderwijs en daarvoor uitkomen, behalve docenten?' Het is een slechte zaak dat de uitspraak van het Gerechtshof de positie van docenten verder heeft verzwakt. De Tweede Kamer deelt deze zorg. In 2020 werd een motie aangenomen om de positie van docenten te versterken ten opzichte van het schoolbestuur (zie: motie), en dat is hard nodig! 

 

Na de uitspraak van het Gerechtshof had ik drie maanden de tijd om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. Mede op basis van het opgestelde cassatieadvies heb ik samen met mijn advocaten (Wouter Pors en Evelyn Tjon-En-Fa van advocatenkantoor Bird & Bird) besloten om in cassatie te gaan. 

Op 19 juli 2021 is het verzoekschrift tot cassatie bij de Hoge Raad ingediend. Het cassatieberoep richt zich op twee zaken: de vrijheid van meningsuiting (schending van met name artikel 7 Grondwet en artikel 10 EVRM) en het ontslag als lid van de Ondernemingsraad (dat in strijd is met het opzegverbod voor OR-leden, zoals beschreven in het Burgerlijk Wetboek) . De ingediende klachten hebben mijn advocaten ijzersterk onderbouwd, waardoor ik de uitspraak van de Hoge Raad met vertrouwen tegemoet zie. De juridische strijd rondom het boek ' Wanneer krijgen we weer les?' krijgt dus een vervolg. En dat is maar goed ook, gezien de (grond)rechten die zijn geschonden! Het laatste woord is hier nog lang niet over gezegd...

 

...en ondertussen herhaal ik nog maar eens: de vrijheid van meningsuiting is het waard om voor te vechten!

 

"STAND FOR PRESS FREEDOM" !!! 

 

Paula van Manen

(laatste update: 22-7-2021)


NB Alle uitspraken vind je hier: Uitspraken

 

Terug naar de startpagina: HOME