Recensies 

Het boek 'Wanneer krijgen we weer les?' heeft een goede recensie gekregen van NBD Biblion.

De recensie van NBD Biblion is heel belangrijk. Deze recensie wordt door alle bibliotheken en veel (online) boekhandels overgenomen als aanschafinformatie. Het boek heeft ook veel andere recensies gekregen, die hieronder worden weergegeven. 

 

Overzicht recensies / boekbesprekingen

1.   NBD Biblion (Mart Seerden)

2.   VOS/ABB / Magazine Naar school! (redactie)

3.   Vakblad Van Twaalf tot Achttien (redactie)

4.   Algemene Vereniging Schoolleiders - AVS / Kader Primair (drs. Jan Stuijver)

5.   Beter Onderwijs Nederland - BON (dr. Ton Bastings)

6.   Rotterdams Onderwijs Magazine - ROM (Marieke van den Vlekkert-Maatje)

7.   Blogcollectief Onderwijs Onderzoek (dr. Pedro De Bruyckere)
8.  Remediaal (drs. Nico Schouws) 

9.   KomenskyPost (drs. Jan Lepeltak) 

10. Wij-leren (mr. drs. Joost Karels)

11.  Didactief (Erik Ex)

12.  Zorg Primair (redactie)

13.  Beter Onderwijs Nederland - BON (drs. Ben Verkroost)

14.  LBBO/ Beter Begeleiden Magazine (Nettie Kramer) 
15.  Tijdschrift voor Klachtrecht (dr. Paul Herfs)
 

1. Recensie van: NBD Biblion

Actuele uitgave over de praktijk van systeemwijzigingen in het (beroeps) onderwijs. Dit keer: gepersonaliseerde leerroutes voor jongeren.

De auteur, werkzaam op een ROC, maakt de systematische verandering van dichtbij mee en doet dit op verhalende wijze: in de vorm van een autobiografische vertelling met de nodige humor, zorgzaamheid en zorgelijkheid, maar tegelijkertijd ook als een informatieve tocht in drie fases doorheen de gekozen verandering.

In haar gedetailleerde verhaal onderscheidt de auteur de praktijk van drie opeenvolgende schooljaren: het idee wordt geopperd, de praktijk wordt ingericht, de slag naar een nieuwe werkelijkheid wordt gemaakt. Een verhaal van haken en ogen, frustraties, kleine en grote successen en mislukkingen, vraagtekens bij leerlingen en docenten. Leraren zijn gewend (traditioneel) les te geven - leerlingen zijn gewend (traditioneel) les te krijgen. Verandering vraagt veranderbereidheid, maar ook facilitering van de nieuwe opdracht.

Een schrijnend verhaal (geen klaagzang!) met weinig winnaars aan de meet. Inclusief begrippenlijst (jargon). Actuele en herkenbare vertelling, die in dit tijdsgewricht een grote doelgroep lezers zou moeten kennen.

Mart Seerden - NBD Biblion / november 2019

 

2. Boekbespreking van: Magazine Naar school! (VOS/ABB)

Paula van Manen geeft een kijkje in de keuken van gepersonaliseerd onderwijs. Ze is orthopedagoog en onderwijskundige en werkt als leercoach op een ROC. 

In dit boek beschrijft ze de invoering van gepersonaliseerd onderwijs op de school waar ze werkte. Er kwamen leerpleinen, docenten werden coaches en leerlingen werken in hun eigen tempo.

Van Manen vraagt zich af of gepersonaliseerd onderwijs wérkelijk de toekomst heeft. Zijn scholen hiervoor voldoende toegerust en voor welke leerlingen is dit onderwijsconcept geschikt? 

Redactie - Magazine Naar school! - VOS/ABB / nr. 21, december 2019

 

3. Boekbespreking van: Van Twaalf tot Achttien - het vakblad voor het voortgezet onderwijs

Met veel vaart en humor beschrijft de auteur hoe de omvangrijke onderwijsvernieuwing op haar school twee jaar geleden werd ingevoerd. Klassikale lessen maakten plaats voor het zelfstandig behalen van doelen, docenten werden leercoaches, lokalen werden leerpleinen. De dagelijkse bordsessies, doelenboekjes, het geven van kleuren in plaats van cijfers, woordrapporten, inspiratiebijeenkomsten, benen-op-tafel-sessies... Alles passeert de revue in haar openhartige schets van deze hedendaagse onderwijspraktijk. 

Na het lezen van dit boek drinen zich vragen op als: heeft gepersonaliseerd onderwijs wérkelijk de toekomst? Zijn scholen wel voldoende toegerust om hier goed vorm aan te geven? En voor welke leerlingen is deze manier van leren geschikt?

Redactie - Vakblad Van Twaalf tot Achttien / nr. december 2019

 

4. Recensie van: Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS)

Wanneer krijgen we weer les? In tijden van lerarentekorten een vraag die kinderen wellicht geregeld stellen. Maar daar gaat dit boek niet over. Wel over veranderen. Paula van Manen beschrijft hoe haar school het roer omgooit naar gepersonaliseerd onderwijs. Dat gaat met vallen en opstaan, blijkt uit haar relaas. 

Leerlingen die zelf de keuze krijgen in welk tempo en op welke manier ze werken aan hun leerdoelen. Dat is gepersonaliseerd onderwijs in een notendop. Dat het toekomst heeft, daar zijn veel schooldirecties in alle onderwijslagen (primair, voortgezet, mbo en hbo) van overtuigd. Maar het is ook een containerbegrip dat op elke school anders vormt krijgt. 

Bij het lezen van dit boek krijg je een kijkje in de keuken van het organiseren van de benodigde veranderingen op een school. Het zijn verhalen uit de dagelijkse praktijk die veel herkenning opleveren voor iedereen die in het onderwijs werkt. Hoe kom je tot een gezamenlijke ambitie, hoe creëer je draagvlak?

Op humoristische wijze wordt de omvangrijke vernieuwing op de school beschreven. Klassikale lessen maakten plaats voor het zelfstandig behalen van doelen, docenten werden leercoaches, lokalen werden leerpleinen. Nieuwe dagelijkse bordsessies, doelenboekjes, kleuren in plaats van cijfers, woordrapporten, inspiratiebijeenkomsten, ben-op-tafel-sessies: alles passeert de revue in deze openhartige schets van deze hedendaagse onderwijspraktijk, die niet nalaat te tonen waar verandering schuurt - zie bijvoorbeeld de vertwijfeling bij collega's over het werken met digitale portfolio's. 

Na lezing van dit boek dringen zich vragen op als: Waarom doen we de dingen zoals we het doen? Wie heeft er baat bij? Voor welke leerlingen is deze manier van leren geschikt? Zijn scholen wel voldoende toegerust om hier goed vorm aan te geven? Is gepersonaliseerd onderwijs wérkelijk de toekomst? In het boek zelf wordt niet echt antwoord gegeven op deze vragen. Dat is jammer. Maar tussen de regels door zie je dat het veranderen met vallen en opstaan gaat en dat het niet voor iedere leraar een succes is. Projectmatig werken is ons niet geleerd, schetst een van hen. Die ervaart het aanmaken en methodisch verantwoord uitvoeren van projecten met het genoemde portfolio meer als een doel op zich dan dit het onderwijs ten goede zou komen. Dat het boek ruimte biedt voor dergelijke tegengeluiden, maakt het geloofwaardig.

Het boek leest makkelijk en laat ook de mooie kanten zien van het werken in het onderwijs. Na lezing realiseer je je weer dat veranderingen niet vanzelf gaan en je er als leidinggevende goed richting aan moet blijven geven. Het is daarmee een aanrader voor iedereen in het onderwijs die stil wil staan bij de vraag of we de juiste dingen doen en wil reflecteren op de eigen rol daarin. 

Drs. Jan Stuijver - Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) - Kader Primair / nr. januari 2020

 

5. Recensie van: Beter Onderwijs Nederland (BON)

De (...) mbo-docent Paula van Manen schreef met Wanneer krijgen we weer les? een verslag over het gepersonaliseerd leren in het mbo. Vanwege dat boek werd zij geschorst. De titel van het boek doet sterk denken aan die van de brandbrief van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) uit 2007 Wij willen les. Die brief was destijds aanleiding voor de parlementaire onderwijsenquête van de Commissie-Dijsselbloem. Ook dit 'leerzame' boek kan men lezen als een brandbrief en zou derhalve verplichte koste moeten zijn voor de onderwijsfracties van alle politieke partijen. 

Wanneer krijgen we weer les? laat zich lezen als een roman. Van Manen stelt vooraf dat de namen van de personages zijn gefingeerd. Toch meenden een aantal collega’s zich te herkennen in het boek. Dan zou het dus om een soort sleutelroman gaan, een variant op Onder professoren van Hermans. Maar die vlieger gaat niet op. Ik werk niet op het ROC (...), maar toch herken ik naadloos de personages in haar verhaal. Het zijn gewoonweg stereotypen die alle roc’s bevolken. De vele leidinggevenden en teamleiders zijn allemaal uit hetzelfde hout gesneden. Zij hebben geen verstand van en affiniteit met het onderwijs en duwen blind de zoveelste onderwijsvernieuwing bij de leraren , die dat overigens braaf slikken, door de strot.

De dagelijkse praktijk die Van Manen beschrijft is zeer herkenbaar voor iedereen die op een roc werkt. De lamlendige sfeer op de leerpleinen, waar ‘studenten’ de hele dag als zombies naar een beeldscherm staren, koptelefoon op en smartphone bij de hand. De zinloze studiedagen, het wollige taalgebruik, de leraar als administrateur en het bedroevend kennisniveau van de leraar, coach, trajectbegeleider e.t.q.

Van Manen heeft alles toegankelijk en met mildheid beschreven. Nergens, maar dan ook nergens is er sprake van rancune of ressentiment. Objectief en met een grote betrokkenheid bij het onderwijs beschrijft  de ‘volgzame’ van Manen de treurige geschiedenis van het gepersonaliseerd leren op een roc. Het enige persoonlijke wat bij haar doorklinkt is verbijstering en ongeloof. Dat zij derhalve toch werd ‘bestraft’, verraadt de angstcultuur bij haar bestuurders en toont ook nog eens aan dat die niet kunnen lezen.

Dr. Ton Bastings - Beter Onderwijs Nederland (BON) / 15-01-2020 

 

6. Recensie van: Rotterdams Onderwijs Magazine (ROM)

In een prettig geschreven boek neemt Paula van Manen ons mee in het perspectief van de docent in een nieuw onderwijsconcept. Paula is docent in het mbo; in de praktijk heet dat leercoach en studieloopbaanbegeleider. Termen die horen bij het onderwijsconcept 'gepersonaliseerd leren'. 

In haar boek Wanneer krijgen we weer les? beschrijft ze de eerste twee jaar van werken met dit concept. Ze laat zien hoe de docent zich verhoudt tot deelnemers en tot de organisatie. Vele dilemma's komen er op de docenten af. En daarmee toont Paula hoe complex een vernieuwing is binnen een mbo-opleiding, of elke andere onderwijsorganisatie. 

Al lezende hoopte ik op een happy end aan het einde van de beschreven twee jaren. Dat de vele tegenslagen toch tot een succesverhaal zouden leiden. Dat happy end volgt niet, wel het besef dat een onderwijsvernieuwing een zeer tijdrovend proces is. En dat de compromissen die er op alle vlakken gedaan worden vaak begrijpelijk, maar zeker niet bevorderlijk zijn. 

Misschien kunnen we na schooljaar '20-'21 een vervolg verwachten waarin een eindconclusie doorklinkt? Ik zou het graag lezen. 

Marieke van den Vlekkert-Maatje - Rotterdams Onderwijs Magazine (ROM) / 22-01-2020

 

7. Recensie van: Blogcollectief Onderzoek Onderwijs

Vorige week ontstond deining over een kritisch onderwijsboek dat tot schorsing van de auteur Paula van Manen leidde. Het boek beschrijft de invoering van gepersonaliseerd onderwijs in een opleiding binnen het ROC waar de auteur werkt en is een echte sleutelroman. Het kost iemand niet veel moeite om Agora te herkennen als de 'Limburgse school met mooie kunstwerken' of Kunskapsskolan als het Zweede Pippi-model. De reden van de schorsing zou zijn dat zo makkelijk als je deze modellen kan herkennen, zo makkelijk de collega's ook zichzelf in het boek zouden terugvinden.
Want als de reden zou zijn dat de schrijfster te kritisch is, dan is dit mijns inziens onterecht. Ik vreesde vooraf een klaagroman te zullen lezen van een conservatieve leraar – het bestaat -, maar las in de plaats daarvan vooral een herkenbaar relaas over de invoer van een onderwijsaanpak met vallen en opstaan. Top-down beslissingen met een bottom up sausje, de vele goodwill bij docenten terwijl leerlingen en ouders meer moeite lijken te hebben met veranderingen waar ze niet voor gekozen hebben, en het vele, vele werk dat verandering kost. Oh, en de liefde voor de leerlingen, de enorme liefde en verantwoordelijkheid bij de docenten.
Gaandeweg wordt de kritiek in het boek groter. Niet omdat de auteur en haar collega’s er niet in geloofden, maar omdat plannen onverwacht veranderen, verantwoordelijken verdwijnen, de werkdruk loodzwaar wordt en… omdat ze zien hoe leerlingen ook maar mensen in ontwikkeling blijken die niet allemaal zo vlot met verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces leren omgaan. De twijfel wordt nog groter omdat men merkt dat de diepgang meer en meer verdwijnt en een steeds grotere groep leervertraging oploopt in ruil voor, tja, in ruil voor wat?
Het is geen wetenschappelijk boek, er zijn geen noten, geen afstand. Dat laatste is tegelijk de meerwaarde, het is een persoonlijk relaas van een onderwijsvernieuwing. Tegelijk is het een mooie waarschuwing voor mogelijke (denk)fouten die soms ook uit wetenschappelijke literatuur naar boven komen. Al raad ik het boek ook aan wetenschappers aan die mooie ideeën hebben.
De meest pijnlijke passage uit het boek voor mij is als de schrijfster vertwijfeld bedenkt dat zij en haar collega’s betaald worden om telkens twee keer per dag zelf en twee keer per dag met hun leerlingen over de gevoelens bij alles te praten bij een bordmoment met smileys, terwijl na een tijdje niemand echt nog weet waarom.
Het is misschien mijn persoonlijke dada aan het worden, maar mij valt in het boek op hoe er gemorst wordt met leertijd vanuit een naïef idee dat kinderen spontaan, intrinsiek gemotiveerd zullen beginnen leren als ze maar keuzes krijgen. De praktijk is dat in onderwijscurricula er soms dingen gewoon moeten waar leerlingen weinig in zien en dat dan de enige keuze wordt wanneer je iets doet. En dat kan tot uitstelgedrag leiden. Zeker als de verlokkingen van zaken die niks met leren te maken hebben op je laptop of die eeuwige telefoon, behoorlijk groot zijn en het vlees vaak te zwak blijkt.
Wie een schandaalboek verwacht, zal teleurgesteld zijn. Voor wie over onderwijs en onderwijsvernieuwing denkt, is het daarentegen wel degelijk een aanrader. En nee, het boek gaat echt niet over jou of jou… Echt niet…
Dr. Pedro De Bruyckere - Blogcollectief Onderzoek Onderwijs / 23-01-2020
 

8. Recensie van: Remediaal - Vaktijdschrift  voor Educational Needs

Paula van Manen is een gevierd schrijfster van kinderboeken (o.a. van de (turn)serie Sanne). Daarnaast is ze orthopedagoog en onderwijskundige. Als leercoach en studieloopbaanbegeleider op een ROC schreef ze het boekje 'Wanneer krijgen we weer les?' De ondertitel luidt: De opmerkelijke praktijk van gepersonaliseerd onderwijs. 

In haar gedetailleerde verhaal, in een soort dagboekvorm, onderscheidt ze de praktijk van drie opeenvolgende schooljaren rond gepersonaliseerd leren: het idee wordt geopperd, de praktijk wordt ingericht, de slag naar een nieuwe werkelijkheid wordt gemaakt. Een verhaal van haken en ogen, kleine en grote successen en mislukkingen, vraagtekens bij leerlingen en docenten. Docenten zijn gewend (traditioneel) les te geven, leerlingen zijn gewend (traditioneel) les te krijgen. 

Van Manen verbaast zich, maakt zich zorgen, maar heeft geen wijzend vingertje. Je wordt als lezer meegenomen in de schoolsituaties van alledag en hoe de vernieuwingen daarin gestalte krijgen. De dagelijkse bordsessies, doelenboekjes, het geven van kleuren in plaats van cijfers, woordrapporten, inspiratiebijeenkomsten, benen-op-tafel-sessies... Alles passeert de revue in haar schets van deze hedendaagse onderwijspraktijk op haar mbo-school. Om alles te kunnen begrijpen is een begrippenlijst aan het eind van het boek toegevoegd.

In het boek beschrijft Van Manen dat de omslag voor zowel docenten als leerlingen veel te snel is gegaan. Zelfstandig werken is voor veel mbo-leerlingen volgens Van Manen nog te hoog gegrepen. Ze hekelt ook het weghalen van de muren van klaslokalen, waardoor leerlingen gedwongen zijn te verblijven op rumoerige 'leerpleinen'. Daardoor, stelt zij, kunnen ze zich onmogelijk op hun taken concentreren. Ze wijst op het grote percentage leerlingen dat de leerdoelen niet tijdig haalt, waardoor ze achterop raken voor het halen van hun diploma. 

MAATWERK

Gepersonaliseerd leren is een term die verwijst naar een individueel leerconcept oftewel maatwerk. Het onderwijs wordt afgestemd op de mogelijkheden en leerstijl van de individuele leerling. Wat houdt dat precies in? Gepersonaliseerd leren betekent dat een school in overleg met de leerling (en zijn ouders) een persoonlijk leerplan uitstippelt voor iedere leerling. Besproken wordt wat de leerling zelf wil bereiken. Dan wordt in het persoonlijke leerplan vastgelegd hoe hij zijn persoonlijke leerdoelen gaat bereiken, op welk niveau, in welk tempo en met welke aanpak. In dergelijke scholen werken leerlingen veel zelfstandig, vaak met behulp van ICT. Het is vaak mogelijk om minder tijd te besteden aan vakken waar je toch al goed in bent, zodat je meer tijd overhoudt voor de vakken waar je minder goed in bent. Het onderwijs kan op deze manier effectiever worden. . Vaak is het mogelijk om vakken waar je goed in bent, op een hoger niveau te doen. Een voordeel van gepersonaliseerd leren is dat het de motivatie vaak vergroot. 

Er zijn verschillende vormen van gepersonaliseerd leren. Voorbeelden zijn Big Picture Learning en Kunskapsskolan, een onderwijsconcept dat eind jaren '90 in Zweden is ontwikkeld, met als doel dat iedere leerling op school het beste uit zichzelf haalt. Veel scholen hebben enkele elementen van deze concepten ingevoerd. Ze stellen dus zelf tussenvormen van gepersonaliseerd leren samen, om het binnen hun eigen school uitvoerbaar te houden. 

Gepersonaliseerd leren betekent niet dat de leerlingen zelf bepalen of en wat ze doen op school. Vooral in het begin krijgen ze juist veel structuur en sturing om te leren omgaan met deze manier van leren. Docenten treden daarbij op als coaches, die de leerlingen helpen bij het vormgeven van zijn leerproces. Ze staan minder voor een grote groep klassikaal les te geven. Uiteindelijk behaal je op deze scholen een regulier diploma voor vmbo, havo of vwo of nu ook MBO. 

ROL VAN DE DOCENT

Door de nadruk op zelfregulerend leren verandert ook de rol van de docent. De nadruk in de rol van de docent ligt minder op klassikaal kennis overdragen, en meer op het begeleiden op maat van de individuele leerling, coachen en arrangeren van leerinhouden. Bovendien moeten docenten in staat zijn met learning analytics te werken, waarmee ze leerresultaten kunnen bijhouden en voorspellingen kunnen doen over het leertraject van hun leerlingen. 

Learning analytics is het meten, verzamelen, analyseren en rapporteren van en over data van leerlingen en hun leeromgeving. Learning analytics heeft als doel het begrijpen en optimaliseren van het leren en de leeromgeving waarin dit plaatsvindt. 

Gepersonaliseerd leren wordt internationaal door velen beschouwd als het onderwijs van de toekomst. Leerlingen krijgen daarbij meer regie over hun persoonlijke leerpad, waarbij individuele mogelijkheden en leerdoelen het uitgangspunt zijn. Leerlingen geven dit leertraject mede zelf vorm, bepalen hun eigen leerdoelen en zetten de voor hen meest efficiënte middelen in om de doelen te behalen. Daarbij uiteraard deskundig begeleid door hun docent, die dankzij digitale technologie iedere leerling nauwgezet kan volgen. 

GELIJKE KANSEN

Het principe van gelijke kansen voor iedere leerling en de daar als vanzelfsprekend aan gekoppelde identieke onderwijsroute voor iedere leerling, voldoet volgens velen niet meer. Natuurlijk heeft iedere leerling recht op dezelfde kansen en mogelijkheden, maar die worden niet benut als dat gelijkstaat aan het volgen van een voorgeschreven spoorboekje. Dan wordt voorbijgegaan aan de kwaliteiten die iedere leerling in zich draagt, maar die vaak nog wel naar boven moeten worden gehaald door de leerling uit te dagen.

Onderwijs op maat biedt kansen om talenten te ontdekken en te ontplooien. Aan leerlingen, maar even zo goed aan hun docenten die hun vakmanschap en creativiteit volop kunnen inzetten om persoonlijker onderwijs vorm te geven. Gepersonaliseerd leren is daarmee voor het hele onderwijs een veelbelovende ontwikkeling, maar slaat ook wel eens door. 'Niet ieder kind is toegerust om zijn eigen leerweg uit te stippelen'. 

Zo'n vierhonderd mbo-leerlingen op het ROC van Van Manen kregen onder het mom van 'flexibel leren' en 'meer maatwerk' veel vrijheid in de manier waarop en het tempo waarin ze hun leerdoelen moesten halen. Docenten moesten hen als 'leercoach' daarbij begeleiden, maar liepen tegen allerlei praktische en pedagogische problemen aan.

Van Manen signaleert hoe een deel van de leerlingen, met name op niveau 3, moeilijk uit de voeten kan met het onderwijsconcept en achterop raakt. Van Manen is niet tegen gepersonaliseerd leren. 'Maar gepersonaliseerd leren is een containerbegrip, dat je op honderd manieren in kunt voeren. Laat je leerlingen zwemmen, dan komt het met een deel niet goed. Ik denk dat het voor mbo'ers zeker mogelijk is, maar dan zul je het gestructureerd neer moeten zetten, met duidelijke sturing en begeleiding. En gooi niet meteen alle lessen overboord, want die zorgen voor een stevige basis.'

Hoewel Van Manen haar hele verhaal heeft geanonimiseerd verschenen half januari in de regionale, maar ook in de landelijke pers verhalen dat zij naar aanleiding van publicatie van dit boek door haar directie geschorst is. De directie van dit mbo stelt dat de manier waarop kritiek is geuit niet acceptabel is. 'De vrijheid van meningsuiting en kritische, inhoudelijke feedback juichen we natuurlijk toe, maar een aantal spelregels heeft de schrijfster overtreden.' Een vergelijking met eenzelfde situatie uit 2005 is snel gemaakt. Toen verzamelde docent Kees Beekmans zijn columns uit Trouw tot een spraakmakend boek: 'Eén hand kan niet klapt'. Hierin beschreef hij zijn ervaringen als docent Nederlands op een zwarte vmbo-school in Amsterdam. Beekmans werd door zijn school het zwijgen opgelegd. Hij ging vervolgens schrijven en werken in Marokko. Het is te hopen dat Van Manen haar werk in Nederland kan blijven doen. 

Drs. Nico Schouws - Remediaal / Jaargang 20 (januari 2020) nr. 1 

 
9. Recensie van: Didactief - onafhankelijk onderwijsvakblad 

ROC-docent doet boekje open.
Auteur Paula van Manen werd geschorst na publicatie van haar boek. Met humor en vaart beschrijft ze de flop van een te snelle vernieuwing.
Wanneer krijgen we weer les? gaat over de invoering van gepersonaliseerd leren op het ROC (...). De school stelde docent Van Manen op non-actief wegens geschonden vertrouwen en te herkenbare personages. Het werd breed uitgemeten in de media. Maar wat staat er eigenlijk in het veelbesproken boek? Drie schooljaren aan onderwijsvernieuwing, met een feest van herkenning aan jeukterminologie. De student moet 'centraal', we moeten oog hebben voor individuele 'leerbehoeftes' en docenten zijn plots 'leercoach'. Klaslokalen worden leerpleinen en vaardigheden heten skills. Van Manen beschrijft het met humor en vaart.

Gevolg van de vernieuwingen: een boterzachte cultuur. Docenten buigen mee zodat studenten hun eigen leerroute kunnen bepalen. Op de leerpleinen wordt het een indoor picknick, met films of spelletjes. Sommige studenten floreren, maar de meesten raken achterop en kunnen uiteindelijk niet aan hun examens beginnen. De auteur lijkt gepersonaliseerd leren op zichzelf niet compleet af te serveren. Het probleem is vooral de snelheid van de veranderingen. De studenten snappen nauwelijks waar ze mee bezig zijn, maar, zo merkt er een op: 'Volgens mij snappen jullie zelf ook maar half waar jullie mee bezig zijn.' 

De kern zit in de top-down invoering. In het jaar ervoor zijn de docenten nog nauwelijks op de hoogte, in het eerste jaar vertrekt de opleidingsmanager. Docenten maken er het beste van, met deskundigheid en toewijding. Weinigen trekken aan de bel, maar in een-op-eengesprekken blijken hun bedenkingen. Het team neemt dagelijks de dag door (inclusief kinderachtig smileyritueel), toch lijkt er onvoldoende 'draagvlak gecreëerd'. De schoolleiders hebben dat te laat door. Ze bedoelden het goed: door vernieuwing en verandering blijf je bij de tijd. Maar dit boek bewijst hoe dat tragisch kan misgaan.

Erik Ex - Didactief / nr. maart 2020 

 

10. Recensie van: KomenskyPost  - onafhankelijk online onderwijsmagazine

Wanneer krijgen we weer les? Bouwen aan een kathedraal in woelig water.

"Je werkt in je eigen tempo aan de leerdoelen waarbij je veel persoonlijke aandacht krijgt van je leercoach. Je werkt op een leerplein, maar leren vindt niet alleen op school plaats, juist ook in de praktijk. Er is een vast dagritme waarbij je samen met je groep en een leercoach opstart en de dag doorneemt. En met deze groep sluit je de dag ook weer af."

Bovenstaande tekst klinkt toch best aardig. Het geeft aan hoe de opleiding tot onderwijsassistent op de ROC (...) is opgezet. De opleiding wordt nergens in het boek van Paula van manen expliciet genoemd. Mogelijk met de enigszins naïeve gedachte dat haar boek Wanneer krijgen we weer les? De opmerkelijke praktijk van gepersonaliseerd onderwijs niet tot een bepaalde opleiding te herleiden zou zijn. 

In het boek hanteert de leiding van de opleiding de metafoor van het gezamenlijke bouwen van een middeleeuwse kathedraal. Dat doe je samen van de grond af aan. Voorbijgegaan wordt aan het feit dat hier jarenlange ervaring en vakmanschap van de bouwers aan ten grondslag liggen en die ontberen de leiding en de docenten van de opleiding ten enenmale. Cijfers maken plaats voor kleuren. Op een studiedag toont intervisiedocente en leercoach Josephine een filmpje. Men ziet een wild stromende rivier waarop fanatiek wordt geraft. De ene na de andere boot slaat om en bijna iedereen raakt in het water, ondanks alle pogingen om de rivier te bedwingen. ‘Dat zijn wij‘ roept een van de collega’s. Onderwijsbestuurders bouwen graag kathedralen. Dan gaat het vaak om dure prestigieuze gebouwen, maar ook om in het oog springende ‘nieuwe’ onderwijsconcepten. 

Het is niet prettig om daar op directe en herkenbare wijze aan te worden herinnerd. Schrijfster en docente Paula van Manen werd dan ook na de verschijning van haar boek vrijwel onmiddellijk geschorst.  

Dat onderwijsbestuurders gelijk in een kramp schieten als er iemand zijn ervaringen deelt is eerder regel dan uitzondering. Een van onze bloggers mag niet schrijven (ook niet geheel geanonimiseerd) over wat hij in zijn klas meemaakt. Zijn blogs zijn overigens zeer positief van toon en impliciet wervingsteksten voor het leraarschap. Dat kan niet direct van het boek van Paula van Manen gezegd worden. Het leest prettig en is soms mild humoristisch en geeft vanuit het perspectief van een docent een overtuigend reëel beeld van het managementmatig gerommel op een opleiding waar de leerling of student vooral zelfstandig aan zijn vaak zelfgeformuleerde doelen moet werken.  Dat was ook het failliet van het studiehuis waar een vergelijkbare onderwijsfilosofie aan ten grondslag lag. We kwamen die ook tegen bij verschillende iPad scholen waar de nodige van ter ziele zijn. Dat veel leercoaches na enkele jaren vertrekken is goed te begrijpen. Arme studenten.

Terwijl de onderwijsvernieuwingsslinger al weer in de richting gaat van een hernieuwde waardering (op basis van onderzoek) van expliciete directe instructie, zien we dat veel opleidingen nog rustig doorgaan met experimenteren. De vraag is of de beschreven praktijk wel een goed voorbeeld is van gepersonaliseerd leren. Het lijkt eerder een slecht doordacht voorbeeld van vernieuwing dat eerder leidt tot vernieling.  Montessori-onderwijs is ook in bepaalde zin gepersonaliseerd, maar stelt bijzondere eisen aan de leerkrachten. Het bracht veel succesvolle leerlingen voort al kleeft er wel een elitair luchtje aan.

Prachtig is de begrippenlijst achter in het boek. Het bevat een lexicon van new speak: docenten worden leercoaches, een mondeling examen wordt een criteriumgericht interview (CGI), de Growth Mindset, de HOE’tjes, Positive Behaviour Support (PBS), de studentenarena (staat wel in het boek niet in de lijst).
Van gelijke monniken gelijke kappen blijkt vaak geen sprake. Sommige studenten hebben hun doelen nog niet gehaald, maar mogen van hun leercoach wel op voor het examen, anderen bij hun coach weer niet (wat overigens de formele regel is).  

Om al deze experimentele vernieuwingen te karakteriseren als crimineel, wat Kirschner weleens doet, gaat wat ver, maar het getuigt wel van het ontbreken van lerend vermogen van veel onderwijsinstellingen. Wie les heeft gegeven op bijvoorbeeld een lerarenopleiding herkent veel van de bijna archetypische MT-leden. De gedreven – om niet te zeggen drammerige – directeur die voortijdig wordt overgeplaatst na achterlating van een financieel gat en een beleidsfunctie binnen de instelling krijgt. De zinloze studiedagen die met vaak ingehuurde krachten leiden tot onduidelijke en soms belachelijke oefeningen. Van Manen geeft enkele mooie voorbeelden zoals het allemaal een touw vasthouden (‘verbondenheid’) en vervolgens het stoeien met kussens (het opnoemen van ‘stoeipunten’). Het lesgeven in workshops waar je op moet inschrijven deed me denken aan de revolutieperiode eind jaren ’60 bij de studie Neerlandistiek aan de UvA. Ze werden weer gauw afgeschaft.

Eerlijk gezegd werd het lezen van het boek me op den duur wat te veel. Verviel de auteur van haar ‘luchtige’ toon soms niet in een beetje gezeur? Dan weer zijn de koekjes die op een avond gepresenteerd worden erg zuinig, maar een andere keer zijn het gebak en de bonbons afkomstig van een wel hele dure patisserie (overdreven). Een poster maken voor je studenten met inhoudelijke informatie lijkt me toch echt niet zo moeilijk: “…en het maken van posters behoorde evenmin tot mijn expertise. Daarom besloot ik voorlopig geen workshops te verzorgen, hoe leuk en zinvol ik dat ook vond.”
Het komt dus nooit meer goed met die opleiding en met Paula van Manen die, laten we eerlijk zijn, het daar waarschijnlijk ook niet leuk en zinvol vindt. Dat laatst is zeer begrijpelijk.

Drs. Jan Lepeltak - KomenskyPost / 04-03-2020

 

11. Recensie van: Wij-leren - Kennisplatform voor het onderwijs.

In 'Wanneer krijgen we weer les?' maak je kennis met de ervaringen van Paula van Manen die zij de afgelopen jaren heeft opgedaan op de MBO-school waar ze werkt. Op een luchtige en vlotte manier beschrijft zij de overstap die haar beroepsopleiding maakte naar een nieuw onderwijsconcept met gepersonaliseerd onderwijs.

Het boek begint met een metafoor van een groots legobouwwerk. Dit bouwwerk beeldt het toekomstideaal van het nieuwe leren uit. Als de collega's op een studiedag rond het bouwwerk staan, stort het bouwwerk na een kleine aanraking met veel rumoer in elkaar. De toon van het boek is daarmee gelijk ook gezet.

Als lezer maak je kennis met allerlei fenomenen die horen bij de onderwijsvernieuwing: vergaderingen , docenten en klassikale lessen maken plaats voor bordsessies, ondersteunende leercoaches en studenten die zelfstandig werken aan beroepsgerichte leerdoelen.

Deels thematisch en deels chronologisch beschrijft de auteur haar ervaringen. Daarbij heb je als lezer op momenten het idee dat je een dagboek aan het lezen bent: ervaringen van de schrijfster die vanuit therapeutisch oogpunt aan het papier zijn toevertrouwd. Dit maakt het boek op zichzelf persoonlijk en op momenten ook prettig herkenbaar. Het komt alleen niet ten goede aan de objectiviteit.

Het boek kan dienen als spiegel om eens kritisch te kijken naar de kwetsbare kanten van gepersonaliseerd onderwijs. Het is vooral ook helpend voor scholen die zelf aan de voorkant van een transitie staan. Waar moet je als school in dat proces op letten en wat moet je vooral zien te voorkomen? 

Dit boek gaat over de eerste -dynamische- periode na zo'n overstap. Op basis daarvan de onderwijsvorm op zichzelf beoordelen, is te prematuur. Vanuit dat oogpunt vraagt dit boek om een opvolger waarin wordt beschreven hoe 'volwassen' gepersonaliseerd onderwijs eruitziet.

Al met al moet je dit boek niet lezen als je op zoek bent naar een zorgvuldige analyse van bepaalde onderwijsvernieuwingen. En voor zover je bij dit boek kan spreken van een tegengeluid, wordt dit nooit echt onderbouwd. Daarmee vormt het ook geen wezenlijke toevoeging aan het debat. Voor geïnteresseerden en gelijkgestemden is 'Wanneer krijgen we weer les?' wel een humoristisch en kritisch inkijkje in de dagelijkse onderwijspraktijk op een MBO-school. 

Mr. drs. Joost Karels - Wij-leren / 05-03-2020

  

12. Recensie van: Zorg Primair - Vakblad voor primair en speciaal onderwijs

De auteur beschrijft uit eigen opgedane ervaring hoe een veranderingsproces van (meer) klassikaal onderwijs naar gepersonaliseerd onderwijs is verlopen. Klassikale lessen maken plaats voor het zelfstandig behalen van doelen, docenten werden leercoaches en lokalen werden leerpleinen met alle plussen en minnen daarbinnen. Wat betekent dit alles voor het docentenkorps? Hoewel het een mbo-college betreft, reikt dit boek allerlei 'valkuilen' aan die in dit proces van ruim twee jaar verlopen is. Het boek bestaat uit drie delen. Deel I beschrijft wat aan het veranderingsproces vooraf ging (voorbereiding door leiding: idee of plan?). Deel II gaat over het eerste jaar na invoering (2017-2018). En deel III: het tweede jaar na invoering (2018-2019). 

Dit persoonlijke verhaal biedt een concreet inzicht in hoe dit proces verloopt, wat het betekent voor docenten, studenten, leiding en ouders. De 'valkuilen' worden duidelijk aangereikt en soms overkomt de lezer een tenenkrommend gevoel. Met alle goede bedoelingen en zonder een écht veranderingsplan kun je studenten uiteindelijk behoorlijk benadelen. En het verloop in het docentenkorps is daar mede de consequentie van. Een openhartig relaas!

Redactie - Zorg Primair / nr. 4, april 2020

 

13. Recensie van: Beter Onderwijs Nederland (BON)

“Wanneer krijgen we weer les” heet het boek, geschreven door Paula van Manen. Dit keer geen lerarenroman met een aan de drank zijnde gefrustreerde hoofdfiguur, maar een kritisch en soms humoristisch verslag van twee jaar ploeteren met een plotseling ingevoerd nieuw onderwijsconcept. Van semester tot semester laat de schrijver de lezer meelopen in de tredmolen van onderwijsvernieuwing in de vorm van personalistisch leren en de poging van haar en haar collega’s om daar iets van te maken. En dat valt niet mee. Behalve dat het concept twijfelachtig is, moet men ook werken met onvoldoende middelen en plotselinge onnavolgbare beleidswijzigingen. Het verhaal is kritisch en soms ronduit sceptisch, maar nergens  negatief of vilein. De schrijver zoekt het waar mogelijk  eerder in  relativering en een milde humor. Zoals in een komische beschrijving van gedoe rond de hapjes op een zo geheten inspirerend avondje met het werkveld. Die stijl en benadering zorgen er  juist  voor dat de boodschap des te helderder binnen komt. De spanning van het verhaal zit hem niet in een abstract kritisch betoog over het nieuwe leren, dat weten we nu wel, maar in weergave van de vertwijfelde poging van leerkrachten, leidinggevenden en ook leerlingen om hier nog iets van te maken. De kritische toon slaat nergens om in negativisme of het afzeiken van mensen in welke positie dan ook. Dat maakt het allemaal heel voorstelbaar,  leerzaam en prettig leesbaar en de lezer mag zijn of haar conclusie trekken. Hier kun je wat mee, zou je zeggen.
De gevolgen voor de schrijver zijn dan ook buiten proportie. De schoolleiding zou juist blij moeten zijn met dit verhaal, maar dat blijkt helaas ook in dit geval een heel naïeve gedachte. Het zijn weer de lange bestuurderstenen, die beschadigd worden en het gevolg is de voorspelbare  formeel juridische reactie, deze beroepsgroep eigen. Onnodige reactie want hier heb je nu juist een heel competent kritisch verhaal uit de barre praktijk. En nog eens goed geschreven ook. Doe er je voordeel mee!

Drs. B. Verkroost - Beter Onderwijs Nederland (BON) / 15-06-2020 

  

14. Recensie van:  Landelijke Beroepsgroep Begeleiders Onderwijs (LBBO)

OVER DE AUTEUR

Paula van Manen is orthopedagoog en onderwijskundige. Ze werkt als leercoach en studieloopbaanbegeleider op een ROC. Eerder schreef ze een kinderboekenserie over turnster Sanne.

INHOUD

Het boek beschrijft vanuit het perspectief van de auteur de invoering van gepersonaliseerd leren op een mbo. Het boek is opgedeeld in drie periodes tussen 2016 en 2019: het jaar voorafgaand aan de invoering en het eerste en tweede jaar na de invoering. De lezer krijgt zo een inkijkje in de organisatie van een mbo, drie jaar dagelijkse praktijk, hoe een ingrijpende onderwijsverandering wordt doorgevoerd en wat het effect hiervan is op leraren en leerlingen. In de inleiding geeft Paula aan dat het fundament van deze onderwijsverandering uit losse onderdelen bestaat en instort. WAARDERING

Op het kaft van het boek staat een hand met daarin een mobiele telefoon met een screenshot van een vraag via Whatsapp: Wanneer krijgen we weer les? Daaronder een uitlachende smiley. Eigenlijk zou een huilende smiley beter op zijn plaats zijn.

In eerste instantie irriteerde de stijl van dit boek mij en wilde ik het al na het eerste hoofdstuk wegleggen. De auteur beschrijft namelijk alle ontwikkelingen als een soort dagboek. Hierdoor blijft het boek wat oppervlakkig en kun je er snel doorheen zonder alles te hoeven lezen. Ze observeert en benoemt. Gaandeweg boeide het boek mij toch meer vanwege mijn toenemende verbazing over de praktijk: hoe de organisatie zo'n ingrijpende verandering doorvoert en hoe meegaand en welwillend leraren hierbij zijn. Ze werken hard en zien tegelijk wat eraan schort. 

Ik vond het schrijnend om te lezen hoeveel leerlingen geen diploma haalden binnen de gestelde tijd. Hoe na de invoering van de vele bordsessies vaak 'zinloos' smileys werden geplakt, omdat de tijd ontbrak om hier dieper op in te gaan. Hoe leerlingen de leerpleinen steeds meer als kantine gingen gebruiken, eigenlijk alleen nog achter hun laptop hingen en gek werden van alleen maar bezig zijn met het halen van zestig persoonlijke doelen en subdoelen. Hoe zij smeekten om meer structuur, gewoon les in lokalen en hoe de goede leraren zich onmachtig voelden het tij te keren. 

Niet alleen mbo's worstelen hiermee, ook het voortgezet onderwijs komt er niet uit: omgaan met regels, met scoringsdrift rond open dagen, het willen behagen van ouders, meegaan met hypes (wel of niet Kunskapsskolan, persoonlijke doelen, autonomie, laptops). 

De hamvraag blijft: hoe geven we ons onderwijs in deze tijd dan wel vorm, zodat we de leerlingen zinvolle zaken leren én blijven boeien in deze tijd van massale afleiding? Dat we het niet weten, bewijst dit boek. Dat is om te janken en daarom past er beter een huilende smiley op de voorkant. Daarom ook is dit tóch een goed boek. Omdat het de praktijk beschrijft en laat zien hoe wanhopig leraren en leidinggevenden zijn. 

Nettie Kramer - Landelijke Beroepsgroep Begeleiders Onderwijs (LBBO) - Beter Begeleiden Magazine / nr. Oktober 2020

15. Recensie van: Vereniging voor Klachtrecht

Wanneer krijgen we weer les? Klagen over een onderwijsvernieuwing.

Paula van Manen klaagt over een nieuwe werkwijze op haar school, door er een openhartig (en grappig) boek over te schrijven. Misschien niet de meest handige klachtvorm, want de gevolgen voor haar zijn verstrekkend.
Dit boek van Paula van Manen orthopedagoog en onderwijskundige, gaat over de invoering van een nieuw onderwijsconcept op een niet bij naam genoemd ROC. Het management van het ROC besluit om over te gaan op gepersonaliseerd onderwijs. Van Manen beschrijft op humoristische wijze de worsteling van docenten en studenten om met deze onderwijsvernieuwing om te gaan (Na publicatie is het lachten haar vergaan. Ze werd namelijk als gevolg van dit boek geschorst en later ontslagen op grond van een  verstoorde arbeidsrelatie. Het college van bestuur was van mening dat collega's diepgekwetst waren door het boek. Hierover later meer.)
NIEUW ONDERWIJSCONCEPT
Van Manen, die als docent werkzaam is aan het betreffende ROC, beschrijft het eerste en tweede jaar van de invoering van het nieuwe onderwijsconcept. Volgens dat onderwijsconcept werken leerlingen aan persoonlijke leerdoelen en hebben zij de regie over hun eigen leerproces. Vorderingen houden zij bij in een digitaal volgsysteem, die zij wekelijks bespreken met hun coach (docent). Aan het eind van de schooldag treffen de leerlingen elkaar in de zogenaamde stamgroep. Ze blikken terug op de gestelde doelen en sluiten de dag gezamenlijk af. De docent geeft geen klassikale les meer, maar begeleidt studenten bij hun individuele leerpaden.
Bij de invoering van het nieuwe onderwijsconcept zijn docenten en studenten nauwelijks voorbereid op wat hun te doen staat. Daar moeten 'bordsessies' voor docenten/coaches bij helpen. Tijdens een bordsessie van ongeveer vijftien minuten aan het begin en einde van de dag worden gevoelens (met behulp van smileys) en doelen gedeeld. Ook studenten beginnen met een bordsessie, over het 'nieuws van de dag'. Dat nieuws kan betrekking hebben op krantenberichten, documentaires op tv, podcasts, enz. Hiervoor wordt dagelijks een half uur uitgetrokken. Na de bordsessie gaat iedere student aan de slag met zijn eigen leerplan. Het is de bedoeling dat alle vorderingen door de studenten worden bijgehouden in een logboek. Criteria voor het voldoen aan gestelde leerdoelen ontbreken, waardoor de ene coach gemakkelijker aftekent dan een andere coach. Studenten hebben al snel door bij wie ze voor een paraaf van goedkeuring moeten zijn.
Studenten die in hun eerste jaar klassikaal les hebben gehad (voor de invoering van het nieuwe onderwijsconcept) en in hun tweede jaar verrast worden door het nieuwe concept verzuchten: 'Dat jullie (de docenten/coaches, PH) ook maar half snappen waar jullie mee bezig zijn...' Veel studenten vragen wanneer ze eigenlijk weer eens les krijgen. Ook blijkt dat de leerdoelen van jaar 1 exact gelijk zijn aan de leerdoelen van jaar 2.
De tweedejaarsstudenten die hun coaches uitleg vragen over de gelijkluidende doelen krijgen geen geruststellende antwoorden. En dan blijkt tot overmaat van ramp dat de teamleider die dit hele proces in gang heeft gezet de school gaat verlaten. Het team blijft ontredderd achter.
LUDIEKE KLACHT
Het boek is zondermeer humoristisch. Helaas blijft de voor mij belangrijkste vraag onbeantwoord: hoe kan een college van bestuur van een ROC op een dermate onprofessionele wijze omspringen met de belangen van studenten, met de expertise van docenten en in zijn algemeenheid met belastinggeld? Op deze school is geëxperimenteerd met een nieuw onderwijsconcept zonder dat bekend was welke gevolgen dat zou hebben voor studenten en docenten.
Paula van Manen heeft door het schrijven van dit boek op ludieke wijze geklaagd over dit onderwijsexperiment. Achteraf kun je concluderen dat ze dat misschien beter op een andere wijze had kunnen doen. Bijvoorbeeld door signalen over dit amateuristische experiment eerst extern (via de ondernemingsraad en/of de raad van toezicht) en vervolgens bij de Inspectie van het Onderwijs te rapporteren. Na lezing van het boek kon het college van bestuur zich op eenvoudige wijze ontdoen van 'lastpak'  Van Manen met als argument ' verstoorde verhoudingen vanwege diepgekwetste collega's'. Dat een groot aantal collega's haar ondersteunde bleef geheel buiten beeld. Door de schorsingen en de ontslagaanzegging hoefde het college van bestuur zich niet te verdedigen over het mislukte onderwijsexperiment, het vergooien van kostbare onderwijsjaren voor hun studenten en het demoraliseren van docenten. Hoe kan het bestaan dat belastinggeld op deze wijze te grabbel wordt gegooid en dat bestuurders daarmee wegkomen?
MIJN OORDEEL
Wanneer krijgen we weer les? is een absolute aanrader voor diegenen die te maken krijgen met onderwijsinnovaties. Dat kan zijn als docent, student, (groot)ouder, onderwijsbegeleider of beleidsmaker. Wees gewaarschuwd: je wordt geconfronteerd met termen als gepersonaliseerd leren, leerpleinen, coachen op zelfregulatie, growth mindset en positive behavior support.
Ik vind dit boek bijzonder inspirerend. De auteur geeft kritisch opbouwend commentaar op een onderwijsinnovatie waarvan de effecten voor leerlingen en docenten onbekend zijn. Het management van het betreffende ROC heeft dat helaas niet herkend. Het getuigt van moed om een dergelijk boek te schrijven.
JURIDISCHE STAART
Nog meer moed (en juridische steun) had ze nodig in het juridische gevolg van de publicatie. De kantonrechter ontbond in september 2020, op het verzoek van het ROC, de arbeidsovereenkomst vanwege een 'verstoorde arbeidsrelatie'. Die uitspraak heeft Van Manen aangevochten. In hoger beroep oordeelde het hof Arnhem-Leeuwarden dat de arbeidsovereenkomst terecht was ontbonden, maar dat het ROC ernstig verwijtbaar had gehandeld door de docent te schorsen. Die schorsing stond een andere oplossing dan ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de weg. In het oordeel van het Hof was geen rekening gehouden met de bezwaren van de advocaat van Van Manen, namelijk dat de vrijheid van meningsuiting en het opzegverbod voor OR-leden waren geschonden. Cassatie bij de Hoge Raad leidde ertoe dat Van Manen in het gelijk is gesteld. De beoordeling van het ontslag moest opnieuw worden beoordeeld door een (ander) hof. Recentelijk heeft het hof Den Bosch beslist dat Paula van Manen onterecht is ontslagen. 
Het Hof is van mening dat het ontslag op grond van een publicatie over een onderwijsinnovatie een ontoelaatbare inperking van de vrijheid van meningsuiting is. De hoogte van de (hogere) ontslagvergoeding moet nog worden bepaald. 
Dr. Paul Herfs - Tijdschrift voor Klachtrecht / nr. 1, 2024

 

Terug naar de startpagina: HOME